Gefrustreerd, vermoeid en teleurgesteld

In Metro gisteren een artikel over kinderen en eten, naar aanleiding van een onderzoek door Hello Fresh.In hoeverre dit alles oprecht, betrouwbaar en valide is kan ik weinig zeggen, maar de genoemde cijfers liegen er niet om. Bij maar liefst 65 procent van de ouders gooien lastige eters (en daarmee bedoelen ze hun kinderen, niet de buurman die toevallig aanschuift) roet in het eten, waardoor 41 procent gefrustreerd raakt, 30 procent vermoeid is en nog eens bijna 30 procent teleurgesteld is. Aha.

Behalve dat ik heus wel snap dat je ‘gedoe met eten’ weleens zat bent, ben ik als ik zoiets lees meteen benieuwd naar die begrippen. Teleurgesteld: waarin dan? In je kinderen? Omdat die kleine monsters voor de zoveelste keer de regie aan tafel overnemen? Of in jezelf? Omdat het je weer niet gelukt is om wat knaps bij ze naar binnen te krijgen? Of in je partner? Omdat die weer eens met chantagemiddelen aan kwam zetten terwijl jullie pas nog hadden afgesproken het nu eens he-le-maal anders aan te pakken? En hoezo vermoeid? Laat je het echt zover komen dat zo’n half uur aan tafel je helemaal leeg trekt of is het omdat ze verplicht tot 3 uur ’s nachts aan tafel zitten omdat het bord leeg moet? Want dan snap ik wel dat je vermoeid bent. En gefrustreerd? Omdat je peuter weer feilloos je zwakke plek weet te vinden en je onderhand het idee krijgt ‘dat -ie- het expres doet’? Want dan is het misschien tijd om er even een boek bij te pakken terwijl ik eerst even stiekem ga lachen en daarna wellicht een beetje huilen.

Tuurlijk, er zijn kinderen voor wie eten op een of andere manier een serieus obstakel is en waarbij de ouders soms met de handen in het haar zitten. Maar 65 procent? Ik zou zeggen: dan had je die tijd van deelname aan dit onderzoek beter kunnen besteden aan eens goed naar jezelf in de spiegel kijken óf eens wat betrouwbare, bruikbare informatie op te zoeken en hier concreet iets mee te doen. Wie is hier nou de volwassene?

De enigen voor wie het hier lastig was om vol te houden als June toen (peuterleeftijd) geen trek had en ze van ons dan ook geen broodje kreeg in plaats van stamppot waren opa en oma (want ‘zielig’ etc. en maar goed ook dat ze dat vonden want dat is nu eenmaal de bedoeling als je opa en oma bent). Met Aaron hebben we zoiets überhaupt nooit aan de hand gehad, als je tenminste ‘zou je nu niet eens een keertje stóppen met eten?’ niet meerekent.

Schoteltje
Inmiddels vreten ze elke dag tijdens het koken hele schalen worteltjes, paprika’s, tomaatjes en komkommers leeg (ook goed om de suikerspiegel vast een seintje te geven en dat biedt weer rust tijdens het koken), eten ze soms wel en soms geen vlees en zijn de aardappels of krieltjes het minst favoriet. En oké, we houden rekening met Junes eisenlijstje (want herkenbaar) met niet teveel eten in één keer op het bord, de stukjes vlees op precies het juiste plekje (“Ik zei toch, ik wil het op een apart schoteltje!”) en ze mag rustig afwachten tot het prakje weer net zo koud is als toen het uit de koelkast kwam (“Als ik het heet vind, dan vind ik het heet”). Aaron vraagt tegenwoordig (want geleerd van z’n zus) al vóór de eerste hap hoeveel er opgegeten moet worden (“Hoe paar happen moet ik nog?” “Vijftien Aaron, vijftien.”) en eet soms meer pindasaus met nasi dan nasi met pindasaus maar dan wel méér dan z’n moeder voor zichzelf opschept.

En verder doen we maar wat, met wisselend resultaat maar grotendeels met succes – gelukkig. Ik mag graag denken dat dit grotendeels te danken is aan onze chillmodus en het ‘gezelliger-eten-begint-bij-jezelf-systeem’ (en dus niet bij de kinderen). In elk geval worden er geen broodjes gesmeerd of extra bakjes vla uitgedeeld en ze mogen zéker niet vaak kiezen wat ze willen eten.

Mama wordt namelijk helemáál niet goed van die sperziebonen elke avond.

Hoor ik misschien toch nog ergens bij die 65 procent.

p.s. Staat in dat onderzoek ook nog ergens dat twee derde van de ouders het belangrijk vindt om ‘na de vakantie’ weer met gezonde maaltijden te beginnen. Huh? Die vakantie duurt zes weken. Dus 1) Wat heb je in vredesnaam dan die anderhalve maand op tafel gezet? en 2) En maar zeggen dat ze ‘wel weer toe zijn aan ritme en het normale leven’ omdat ze zo flauw zijn. Misschien een keertje sperziebonen proberen? Knappen ze van op. Ligt hier nog genoeg.