“Mam, schuif eens op. Ik wil er ook bij.”
Tuurlijk kind.
“Waarom lig jij eigenlijk met papa in één bed?”
Het is vakantie en meteen vult het scherm zich met het ene quality time-kiekje na het andere: ouder-en-kind-selfies in de bios, stralend op het strand, lachend op een uitkijktoren of gewoon gezellig aan de warme chocomelk…allemaal überhippe quality time vastgelegd en gepubliceerd (want dan is het waar).
Onze kinderen worden verpest. Zijn verpest. Dat komt doordat wij allebei werken. En we maken gebruik van kinderopvang en oh hell – de grootouders passen ook nog een dag in de week op. Deze week liet een pedagoog (met ruim dertig jaar professionele ervaring, stond erbij) via de media weten dat je hierdoor een grote kans loopt onbeschofte kinderen te kweken. Want die opvoeding, die doen wij er maar een beetje bij. Bij voorkeur blijven kinderen de eerste vier jaar van hun leven weg van kinderopvang en crèches. Haar toevoeging: deze stelling moet niet, ik herhaal, níet worden gelezen als een verwijt, maar als aansporing.
Ik ben benieuwd hoe verwijten van haar kant zouden klinken.
Als je dochter June vraagt wat ze later voor werk wil doen, antwoordt ze ‘net als mama boven werken’. Het is nog maar de vraag of ze al een redelijk idee heeft van wat dat dan precies inhoudt, aangezien zij op haar beurt regelmatig vraagt “of ik vandaag écht ga werken”, waarmee ze dan bedoelt of ik de deur uitga voor afspraken, interviews of overleg. Dat sommige dagen in mijn kantoor te vergelijken zijn met het rennen van een marathon terwijl sommige afspraken meer lijken op een theekransje is nog lastig uit te leggen, dus ik laat ‘r maar even in de waan.
Ah, natuurlijk. Overal stralende kindjes die poseren voor stralende kerstbomen, klaar voor een stralend kerstdiner op school.
Maar wel ff bij de realiteit blijven hè, mensen.
—————————————————————————————————————–
“Ik wil mijn paamja aanlaten.”
“Morgen wil ik pas omkleden met het glittershirt.”
Nee. Nee, nee, nee, nee, nee, nee, nee. Zo gaan we dat dus niet doen. Het hele jaar doet mama wat jullie willen. Nu is het bijna kerst en dan is het voor één keer wat mama wil. En mama wil dat jullie even GEZELLIG omkleden voor een LEUK kerstdiner en een LEUKE foto. Want dat is LEUK. En mam wil het.
…
(lees: eenmaal aangekleed)
“Mag ik met de topdas slapen?”
“Ik doe gewoon dit shirt als pyjama, mam. Dan heb ik ook in bed glitters.”
Dat lijkt er meer op, ja.
Wensen. Een appartement in Boedapest. Een mini-hamam als badkamer (zonder andere bezoekers. Of kinderen). “Prima, graag!” antwoorden als iemand vraagt of ik wil rijden naar Nijmegen. En als we toch bezig zijn, doe dan die financiële vrijheid ook maar. Wie vraagt naar iemands wensen, krijgt meestal antwoord in de vorm van toekomstige zaken. De loterij winnen, zes maanden per jaar op vakantie naar de zon, een landhuis met een zwembad. Vreemd eigenlijk. Volgens mij klopt dit namelijk niet. Wat mij betreft in elk geval niet. Natuurlijk kan ik zo een lijstje de wereld in slingeren van alles waar ik zéker geen nee tegen zou zeggen. Maar dat zijn goed bekeken helemaal geen wensen. Dat zijn dromen (door Van Dale ook wel ‘fantastische toekomstbeelden’ genoemd). Een wens wordt gedefinieerd als ‘dat wat iemand wil’. Zo bekeken zijn wensen en dromen toch echt twee heel verschillende dingen.
Het is er weer tijd voor: verlanglijstjes. En hoewel je natuurlijk (bij ons tenminste) zelf mag weten wat je vraagt, deed ik alvast een verwoede poging om mijn lijstje uit meer te laten bestaan dan de boeken van Griet op de Beeck en Haruki Marakami. Alleen, uit wat dan hè? ‘Nou, er valt toch zat te bedenken’, zeker in de categorie vrouw en verzorging. Het gemiddelde stadshart kent om de tien meter een parfumerie, drogist of speciaalzaak van een verzorgingsmerk. Op en top verzorgd rondlopen? Als het aan de winkelmedewerkster ligt hoef je dagelijks alleen maar even 86 lagen op- en af te smeren. Doet ze zelf ook. Ja, als ze die drie uur die ze daarvoor nodig heeft langer zou blijven liggen, zou hetzelfde effect worden bereikt, maar ach.
Het afgelopen jaar heb ik optimaal gebruik gemaakt van mijn zorgverzekering. Sterker nog, als ik de bonnetjes van de ritten naar afspraken ook had kunnen declareren, had ik de maand december vast niet meer hoeven werken. Nou is het toevallig zo dat ik in principe toch lekker zelf mag weten wanneer ik wel of niet werk, maar kom op, HET GAAT OM HET VOORBEELD.