Over brood en bommetjes

Terwijl half digitaal Nederland de afgelopen dagen haar intrek neemt in óf Kamp GeenStijl óf KampTegenVirtueleVerkrachtingRosanneHertzberger wegens een ontploft bommetje waarvan de vraag ‘zou u haar doen?’ het aangestoken lontje bleek te zijn, gebeuren er elders op internet óók bijzondere dingen, echt waar. Weliswaar met een minder politiek tintje, maar toch.

Neem Facebook en mij, bijvoorbeeld: sinds een tijdje is onze relatie drastisch verslechterd. Ik heb er zelfs even aan gedacht om helemaal op te zeggen. Maar ja, om nou de laatste stand van zaken over andermans écht slechte relaties in het échte leven alleen nog bij de supermarkt te horen…dat is toch ook een flinke stap terug in de tijd. Bovendien heb ik soms alleen een brood en wat beleg nodig en dat is dan lang niet genoeg om jezelf te updaten met andermans nieuws. En om nou heel lang stil te gaan staan wachten bij de krentenbollen tot er een bekende met z’n weekboodschappen langskomt met de laatste nieuwtjes…ik heb nog meer te doen hè.

In elk geval: ook Facebook hecht blijkbaar weinig waarde aan de autonomie van vrouwen, kwam ik achter. En daar zit nou precies de kink in de kabel. Die ik vooralsnog geheim probeerde te houden voor Peter. Tevergeefs. Hij kwam er na niet al te lange tijd zelf achter. Ik dacht eerst dat het hem nog niet was opgevallen. Totdat de geest ineens uit de fles kwam tijdens een gezellige avond hier thuis. Nog wel. Nota bene.

Tijdens een borrelpraatje over die hierboven beschreven slechte/slechtere/aan een zijden draadje hangende relaties van anderen, kwam uiteindelijk natuurlijk ook Facebook ter sprake (“hoe weet jij dat?” “Facebook”. “Heb je dat op Facebook gezien ofzo?” “Nee, ik sprak die en die bij de supermarkt.”). Over wie z’n status onlangs had veranderd en wiens schuld dat was en wie met wie op de foto staat die dan tegen de tijd dat jij gaat kijken alweer verwijderd is, en meer van dat soort vreselijk belangrijke feitjes op zaterdagavond die automatisch en ongemerkt op tafel komen als iedereen eindelijk is uitgepraat over zichzelf. En toen ineens gebeurde het. Peter begon uit het niets ineens heel hard te lachen terwijl hij ondertussen probeerde om wat te zeggen. Schijnbaar was het zo grappig dat hij eerst niet helemaal uit z’n woorden kon komen terwijl hij mijn richting op keek en een handgebaar mijn kant op maakte.

Oh nee hè, dacht ik. Hij heeft het ook gezien.

Nog voordat de rest van de tafel überhaupt wist waar het over ging, viel ik Peter alvast in de rede: “Dat is niet grappig.”

Nog harder gelach.

Vrienden met vraagtekens op hun voorhoofd.

“Wat is er niet grappig?”

“Ik ga het echt niet zeggen hoor.”

Meer vraagtekens.

“Oké, oké, oké! Als ik Peter z’n naam intik bij de zoekfunctie, staat er…‘echtgenoot’ bij.

Zo, dat is eruit. Eén iemand lacht nog wat harder. Ik verdenk hem ervan dat hij een mailtje naar Facebook heeft gestuurd met de vraag of de stagiair dit even kon regelen, speciaal om mij op de kast te jagen. Wat op zich werkt. Idioot gedoe: nergens hebben we een ‘levensgebeurtenis’ ingevuld met trouwdatum, maar dat maakt niet uit. Facebook trekt gewoon z’n eigen conclusies (dat lijkt trouwens dan wel weer verdacht veel op het echte leven).img_7010

Maar ja, ik zal toch weer een keer van die kast af moeten komen. Dus ik geef er maar een positieve twist aan – hij is inderdaad mijn echtgenoot. Om preciezer te zijn: mijn one-and-only- echtgenoot-waarmee-IK-NIET-GETROUWD-ben.

Als -ie- niet zou hard zou lachen zou ik denken dattie er nog trots op is ook.

En oké, het is ook wel een béétje grappig.

Ja, echt. Kijk maar:

Haha.

Ha.

Moet nu gaan. Brood halen.