Kots met krenten

Er valt nog veel te leren. Over ‘t leven in het algemeen. Over kots in ‘t bijzonder. Kotsen, ja. Ik heb nog even overwogen om spugen of overgeven neer te zetten, maar dat kwam gewoonweg niet in de buurt. Met drie lessen in twee weken heb ik mijn kotscertificaat in elk geval binnen.

Tot tien dagen terug had ik er dus werkelijk geen flauw benul van dat je als peuter ineens je vijftien patatjes en je frikadel eruit kunt kotsen als je in bad een beetje gek doet met water. Slokje nemen, sproeien, slokje nemen, in de wangen knijpen, slokje nemen, je verslikken en dan dus de hele mikmak eruit gooien tot en met gal aan toe. Ik kon me daarbij wel indenken het uitzicht hierop terwijl je zelf voor het eerst in een week rustig staat teKotsen bad douchen de mate van ontspanning toch wel behoorlijk laat dalen. Dat blijkt te kloppen. Ik leerde ook meteen dat de vaak genoemde verdeling tussen poep/plas of kots opruimen binnen een huis (zowel bij kinderen als huisdieren) hiermee voor de aankomende vijftig jaar onherroepelijk vaststaat, want Peters dappere poging om onder luid kokhalzen de zompige stukken patat uit bad te vissen heb ik snel afgedaan met een ‘laat maar joh, ik doe het zo wel’.

Helaas was de stop ondertussen al uit het bad gehaald, zodat ik minutenlang om en om met speeksel en water volgezogen frikadel en patat uit het putje kon vissen (en let wel: ik ben zo iemand die een vers, net gesneden stukje paprika het liefst met een vork uit de gootsteen vist. En dan alleen als ik al het mogelijke heb gedaan om sowieso te voorkomen dat er ook maar iets van eten in een gootsteen terecht komt).

Wat ik ook niet wist: dat baby’s van negen maanden oud al echt kunnen kotsen. Niks geen mondje melk teruggeven, geen verslikking met wat spuug erbij, nee…gewoon de complete lunch en avondmaaltijd uitgespreid over Aarons mooie, zorgvuldig verschoonde ledikant. Wat ik wel meteen wist: hoe laat het was toen Peter ‘Kareeeeeen…’ riep. En wat ik achteraf ook wel wist: dat zo’n wasmachine een handvol ongekauwde krenten niet zomaar in het niets zou laten verdwijnen. En dat ik die dus nog eens stuk voor stuk uit het manchet* kon gaan vissen – gelukkig nog wel steeds overtuigd van het feit dat ik bij vooraf uitkloppen of leeghalen van de lakens zelf waarschijnlijk ook wat naar boven had voelen komen en dat deze oplossing dus de beste was. Dit waren tenminste nog krenten met lavendelgeur en bovendien lagen ze niet in een plakkerige brei. Ik bekijk de zaken graag positief.

En gelukkig was de derde en laatste les van deze zogenaamde cursus wel gewoon herhaling: niet per se gerelateerd aan het hebben van kinderen en met drank als ouderwets hoofdonderwerp. Een soort brandoefening met als opdracht hoe snel je een emmer of enig ander voorwerp dat kan fungeren als emmer richting je slaapkamer kan krijgen. Makkie, zeker met onze ervaring op dit onderdeel. En gelukkig was het loos alarm. Sommige dingen zijn niet aan te leren. Ook niet na honderd keer bijscholing. Je wordt gewoon ervaringsdeskundige. Heb je toch ook veel meer aan.
Manchet
*Manchet: da’s die rubberen rand. En alweer iets wat ik eerder niet wist. Ik zei gelukkig al: er valt nog veel te leren. Hoewel de wasmachinemonteur vorig jaar ook prima begreep wat er stuk was toen ik ‘die rubberen rand’ zei. En ik op verjaardagen ook alleen maar instemmend geknik zie als iemand (=vrouw) vertelt dat ze altijd weer bitjes, schroefjes en muntgeld uit ‘die rubberen rand’ van de wasmachine haalt. En ik hoor anderen (=mannen) dan ook nooit zeggen: “Dat is niet zo. Dat heet een manchet. En dat van die bitjes is trouwens ook niet zo, want laatst vond ik in het manchet nog een boodschappenmuntje, en die is toch echt niet van mij.” – waarna luid gelach volgt bij wijze van saamhorigheid en de toon voor een traditionele m/v-discussie op doordeweekse verjaardagen weer is gezet. Totdat de blokjes kaas op tafel komen ten teken dat we allemaal overgaan op gelijkgestemd zeuren over de belastingdienst/gemeente/medeweggebruikers. Waarmee volgens mij nu wel is vastgesteld dat heul veul mensen gewoon niet weten/vroeger eerst niet wisten dat een manchet een manchet heet. En anders maar wel. En hoe dan ook: er blijven krenten in hangen. Gatver. Wel krenten die zijn uitgekotst door mijn allerliefste zoon hè, dat wel. Dus misschien zijn het ook een beetje lieve krenten, als je het positief bekijkt. Maar ranzig blijft het. Yak.

 

4 thoughts on “Kots met krenten

  1. Hi Karen,

    De tranen biggelen (nu nog) over m’n wangen welterverstaan van het lachen, wat een onwijs goeie blog weer en dat over het thema ” kots ” wat onwijs smerig, goor, stinkend , troepmakend, veel werk geeft en wat al niet meer veroorzaakt.

    Groetjes ennnne alvast sterkte voor de volgende kotssessie,
    Annemiek.

  2. Ai…. Als juf heb ik ook al heel wat kerend kokhalzend kots staan opruimen… Met als top drie:

    3. Kots in de hoogpolige vloerbedekking op het podium terwijl er een paar honderd kinderen ongeduldig en rumoerig wachten op een voorstelling.
    2. ‘s Morgens om 9 uur een complete indonesische-rijsttafel-kotshoop moeten opruimen in de gymzaal waar niets (maar dan ook niets, zelfs geen wc-papier) was om schoon te maken. Resultaat: Een hele berg zeeeer vieze t-shirts van de gevonden voorwerpenstapel.
    En de absolute nummer 1: Drie hopen kots in de klas binnen 1 minuut, omdat kotser 2 en 3 bij het hoopje kots van nummer 1 hadden gekeken.
    Leraar. Elke dag anders.
    Leraar. Elke dag anders.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *