Spaanse schoentjes en stiletto’s

M’n vader stuurde van de week een artikel door over kinderen en paaldansen (of pole fitness). Deed -ie- niet zomaar natuurlijk. Naja, wel met een reden maar niet van levensbelang. Neuh, hij stuurde het door omdat ik zelf sinds een poosje in zo’n paal hang. En dan is ‘hangen’ in dit geval het meest neutrale woord dat ik voor mijn handelingen in en om die paal kan bedenken. Met dansen heeft het de eerste tijd in elk geval weinig tot niks te maken. Met die paal vaak ook niet, gezien het aantal keren dat je misgrijpt, valt, struikelt of anderzijds stuntelend probeert een move uit te voeren.

Ja, na een stuk of wat keren kun je wel een draai maken die enigszins vergelijkbaar is met een brandweerman die de kazerne uit slingert op weg naar de de plek des onheils. Net echt, hoor. Maar niemand die je erbij vertelt dat je zelf de volgende drie dagen ook in brand lijkt te staan. En ja, na een stuk of wat lessen kun je misschien héél even ‘zitten’, maar dan weet je nog niet dat je daags erna vele malen langer op de verkregen blarenmag ‘zitten’. En ja, een enkele keer oefenen we iets dat op een dansje lijkt, maar wie naar de filmpjes hiervan kijkt heeft altijd nog een vertaling nodig om te begrijpen wat er nou precies uitgebeeld wordt. Of hoort te worden. Of hoorde te worden. (“Kijk, ja hier zit dus zo’n draai. Die moest eigenlijk sneller, maar je ziet in elk geval het idee. Toch? Ja, nee, deze ging ff niet helemaal. Vorige keer wel hoor. Dat? Ja, dat was netjes gedaan hè. Maar die zat eigenlijk niet in het dansje, die ging per ongeluk.”)paal6

Al met al: het is in eerste instantie vooral fitness. Turnen, maar dan met een danspaal in plaats van een brug. En als ik dan lees over een pedagoog die vindt dat kinderen niet op paaldansles mogen omdat het te sensueel van aard zou zijn en dit allerhande verkeerde waarden zou meegeven aan de kids, vraag ik me voornamelijk af wat hij dan precies bedoelt. Dat de kinderen een behoorlijke krachttraining doen waar ze fysiek én mentaal sterker van worden? Dat ze leren om elkaar te helpen zodat ze niets breken als ze ondersteboven uit de danspaal proberen te komen? Dat ze met elkaar werken aan een choreografie? Gewoon, in gymkleding – geen stiletto’s, geen haakpanty’s, geen bustiers. En waar is de nuancering in dit geheel? Hangt nou ineens de hele seksuele moraal aan één danspaal? Misschien naïef; ik dacht dat de rest van de opvoeding, ervaring en ontwikkeling ook nog redelijk meetelde. Maar goed…wie weet blijkt het tegenovergestelde als ik volgend jaar ineens ik vanuit het niets huis en haard achterlaat om in of andere donkere club elke avond schaars gekleed op een podium te staan.  Natuurlijk.

paal1

Mag June dan ook niet op haar Spaanse schoentjes door de kamer paraderen (“deze zijn mooi roze hè”), om twee minuten later de schoentjes te verwisselen voor haar sneeuwlaarzen (“want die zijn cool hè”)? Mag ze over een jaar of acht op een zomerse dag geen naveltruitje aan naar het strand, omdat haar favoriete popzangeres ook zo door het beeld huppelt? En het bovendien dertig graden is? Mag ze over een jaar of twaalf ook niet tot twintig keer aan toe Dirty Dancing kijken?

Dat zal dan wel niet, want da’s allemaal veel te sensueel natuurlijk. Ik bedoel; kijk naar mij, ik heb vroeger zéker wel drie naveltruitjes gehad. Liep in de rondte op m’n moeders hakken (daar heb je het al, die opvoeding). Heb Dirty Dancing minstens 23 keer gezien. En zie: totáál losgeslagen. School afgerond. Vijftien jaar samen. Twee kinderen, waarvan er één op Spaanse schoentjes banjert. En nu dan ook nog paaldansen, bij wijze van wanhoopsactie richting m’n dertigste verjaardag. Helemaal erg ook dat ik dan thuis op de veranda zo’n oefening voordoe en Peter dan denkt ‘doe ik ook ff’ en dat ‘t helemaal niet lukt en dat hij dan zegt ‘Zoooo, da’s niet mis’. Als in: ‘Krijg wat, vet moeilijk’. En dus niet als in: ‘Waar is je haakpanty?”. En dat ik van ‘t weekend helemáál way out of line een move leerde aan mijn buurmeisje van veertien. Die overigens niet -ik herhaal: niet!- naar huis rende voor stiletto’s, maar stond te mopperen dat ze het niet meteen voor elkaar kreeg. VRE-SE-LIJK.

Misschien is het een aanrader om als pedagoog gewoon zelf een paar lessen mee te doen. Het praat altijd makkelijker met wat persoonlijke ervaring.
Aaah…moesten we elkaar dus wél opvangen bij deze oefening…? Oeps.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *