Als je dochter June vraagt wat ze later voor werk wil doen, antwoordt ze ‘net als mama boven werken’. Het is nog maar de vraag of ze al een redelijk idee heeft van wat dat dan precies inhoudt, aangezien zij op haar beurt regelmatig vraagt “of ik vandaag écht ga werken”, waarmee ze dan bedoelt of ik de deur uitga voor afspraken, interviews of overleg. Dat sommige dagen in mijn kantoor te vergelijken zijn met het rennen van een marathon terwijl sommige afspraken meer lijken op een theekransje is nog lastig uit te leggen, dus ik laat ‘r maar even in de waan.
Soms mag ze ook even bij mama werken. Ze heeft inmiddels nagenoeg alle notitieboekjes die voor mij onhandig zijn in gebruik genomen. Ook worden de markeerstiften, de nietmachine en natuurlijk de memoblaadjes vaak ongevraagd ‘geleend’ door mijn kleine collega – in die zin zal het vast niet veel anders zijn dan de gemiddelde kantoortuin. Er worden brieven geschreven, velletjes aan elkaar geplakt en enveloppen gelikt. Allemaal belangrijke post, geproduceerd met opmerkingen als “Nou mam, wij zijn wel even druk aan het werk, hè!” en “Papa mag hier nu niet komen hoor, de meiden zijn geld verdienen”. Wat ik natuurlijk volmondig beaam, al was het maar om pap via Junes verslag van de werkdag vooral niet het idee te geven dat mam daarboven een beetje uit het raam zit te staren (dat staat nog op mijn verlanglijstje, gewoon één keer een dagje…zucht).
Het leuke is dat ze, hoewel ze het verband met mijn werk nog niet helemaal ziet, sinds een jaartje in de ban is van letters. Letters herkennen, letters schrijven, woorden maken…ze is er uren zoet mee – en dus ‘sturen’ we haar ook weleens een poosje naar buiten, naar d’r make-uptafel of naar de doos met klei (alleen is ze er nu achter is dat je daar prima letters van kunt kneden…), want de wereld is tenslotte groter dan lezen en schrijven alleen, toch?
Of toch niet helemaal? Want voor wie kan lezen en schrijven, wordt de wereld juist hartstikke groot. Net als onze vierjarige June (“Ik ben bijna VIJF, mam!”).
P.s. Met het groter worden komt ook het gevoel van humor en het aftasten van wat wel en niet kan. Zo plakte ze laatst twee magneetletters op onze tafelpoot (ja, dat kan hier allemaal): een -K- en een -U-, en vroeg ze met een grote grijns of er ook nog een letter -T- te vinden was…Ongetwijfeld ‘geleerd’ van mam, die nou eenmaal niet áltijd direct de juiste woorden kan vinden.