Het komt altijd weer op liefde neer

Bij De Dijk zijn ze er al een poosje over uit: het komt als altijd weer op liefde neer. Ik trouwens ook, daarom prijkt deze tekst in onze woonkamer. Het mooie is dat je er alles aan kunt ophangen en het tóch hartstikke waar is. Inclusief het vergiftigen van je lief en een niet-blinkend huis.

Vergiftigen? Yep. Peter was ziek. Ik heb ‘m vergiftigd. Of eigenlijk: Peter was ziek én ik heb ‘m vergiftigd. Terwijl hij al ziek was. In mijn zeldzame pogingen tot zorgzaamheid gaf ik ‘m geen paracetamol maar twee tabletten met aspirine erin. Hoewel hij voor de vorm nog even checkte of ik nog van ‘m houd had het antwoord al geen zin meer: binnen een paar minuten keek ik niet langer naar een bleek gezicht maar naar een bont hoofd met ineens véél meer kleur en overduidelijk bewijs van de op zich al wel bekende allergie voor alles dat geen paracetamol is.

Gelukkig had ik verder weinig tijd om me daarmee bezig te houden (hij had er zelf al zijn handen vol aan want overal jeuk) – bij gebrek aan heer des huizes was ik ineens de aangewezen kandidaat om m’n vader te helpen met een extra aansluiting op ons net weer werkende riool. Op weg naar de bouwmarkt keek ik even door het raam naar binnen om te constateren dat het helemaal nog niet zo erg was om op zaterdagmiddag met je nieuwe schoenen en bevroren vingers in de modder te scheppen.

De rest van het weekend lieten we het huis(houden) voor wat het was. Hij omdat
-ie- toch niet echt in staat was om de was of zelfs maar zichzelf bijeen te rapen en ik omdat ik er op een rondje stofzuigen na gewoon geen zin meer in had. Bovendien: er zijn belangrijker zaken dan een gedweilde trap. Een paar uur lachen met vrienden. Goede gesprekken. Samen op pad. Uitgestrekte armen, van kleintjes van nog geen twee jaar tot een stuk groter – van een meter of twee. En dat allemaal in één weekend. Daar kan geen glimmend aanrecht tegenop.

Dus toen ik zondagavond vanaf de bank in de rondte keek en concludeerde dat het nog net zo rommelig was als op vrijdagmiddag toen ik wilde plannen had van op m’n knieën met een tandenborstel de badkamervoegen poetsen, bleef ik even hangen ter hoogte van Huubs wijsheid. En terwijl Peter naar boven liep om paracetamol in te nemen (“nee laat maar, ik pak het zelf wel”) dacht ik: echt alles is belangrijker dan een blinkend huis.

Thuis.

(Voor het gemak reken ik een werkend riool niet tot het huishouden maar tot de minimale eisen).

PS Even dacht ik boven deze tekst de kop ‘Alles is liefde’ neer te zetten maar aangezien ik mijn lief al lichamelijk had vergiftigd wou ik het ‘m niet aandoen daar nog een stukje geestelijk venijn bovenop te doen in de vorm van BLØF.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *