Huize Smit, vrijdagavond, een uur of zes.
Ik maak aanstalten om met mijn moeder naar de koopavond te gaan. We hebben net gegeten en June krijgt rond zeven uur nog een fles met pap voor de nacht.
– “Ik ga zo met mijn moeder mee hè.”
– “Ja, prima hoor.”
– “Vergeet je de vitaminen niet te geven?”
– “Nee, dat vergeet ik niet.”
– “En pak je die schone slaapzak?”
– “Ja.”
– “Geef je die fles een beetje op tijd?.”
– “Jahááá, het komt allemaal wel goed. Tot straks.”
Huize Smit, vrijdagavond, een uur of half negen.
Ik ben net door m’n moeder weer thuis afgezet. Door het raam zie ik al dat het feest is op de bank: Peter en June kijken samen naar een talentenjacht op tv. Bedtijd was het een uur geleden al.
– “Wat is hier aan de hand?”
– “Weet niet hoor, drinken doet ze niet, slapen doet ze niet. Ze is al drie keer in en uit bed geweest.”
– “Hoezo, drinken doet ze niet? ”
– “Tja, ik heb het drie keer geprobeerd, ze drinkt gewoon niet. Maar ze gaat ook niet slapen.”
Mijn oog valt op de volle fles die op tafel staat. De melkfles welteverstaan. Waar blijkbaar pap in zit. Die niet door dat kleine speentje past.
– “Ehm…goh, zou het een idee zijn om de speen van de papfles te proberen? Zodat je dochter er ook wat uit krijgt, uit die fles?”
….
Terwijl Peter de spenen omwisselt, hoor ik hem zachtjes vloeken in de keuken. De fles komt terug met de goede speen. June drinkt de pap achter elkaar op en gaat meteen slapen. Binnen een kwartier is het heerlijk rustig in huize Smit. Met een lach en een schuin oog draai ik mijn gezicht richting Peter, maar op het moment dat ik mijn mond open wil doen hoor ik naast me: “Zeg maar niets. Het is duidelijk genoeg zo.”