Eerst waren daar dus de ongeschreven regels voor jonge gezinnen binnenshuis. Toen kwamen we erachter dat er ook een hele lijst aan wenselijk gedrag bestaat voor het-gezin-buiten-de-deur. Al doende leert men, zullen we maar zeggen.
Stel je voor: je baby is een paar weken oud. Drinkt goed, slaapt goed (naar babymaatstaven dan) en is wakker goedgemutst. Wat wil je nog meer, niets toch? Fout. Een kersverse moeder hoort namelijk goed in de statistieken te zitten, zeker als je naar de supermarkt wilt met je kleintje. Tussen de aardappelen en de uien in duikt er altijd wel een bekend gezicht kinderwagen in. Even de nieuwe medemens bewonderen. Er volgt een belangstellend praatje over gebroken nachten, de tijd die voorbij vliegt en of je kind ‘het goed doet’. Tot zover kon ik me dit alles wel voorstellen. Maar er is meer, zo bleek na een paar keer boodschappen doen. Een willekeurige reconstructie:
-“Goh, wat een mooi grietje is het toch hè. En hoe voelen jullie, moeder en dochter?”
– “Ja, heerlijk meisje hoor. Acht weken oud alweer. We voelen ons prima hoor.”
– “Ze groeit goed zeker?”
– “Ja hoor, volgens mij wel.”
– “Hoeveel weegt ze nu?”
– “Hmm, dat weet ik niet precies.”
…(verbaasde stilte).
– “Oh. En hoelang is ze dan?”
– “Hmm, 58 centimeter geloof ik? Dat weet ik ook niet precies.”
…(nog verbaasdere stilte).
– “Dat weet je niet? Goh.”
…(ongemakkelijke stilte).
En dit is vooral lastig, omdat die ander dan geen manieren meer heeft om zijn/haar (meestal haar) eigen kinderen, kleinkinderen of andere baby’s mee te vergelijken. Want zo gaat dat. Na het noemen van jouw kind, start er meteen een vergelijkend onderzoek waarin diverse factoren tegen elkaar worden afgewogen: “Tjonge, mijn dochter was 500 gram zwaarder, terwijl ze een week eerder geboren is. Tja, die baby’s doen wat ze willen, hè”.
Ik had geen idee, ik keek alleen naar te kort wordende mouwtjes en broekjes. Maar het was lastig praten op het plein van het winkelcentrum. Dus die keer erna heb ik uit gemak eerst even de krabbels in het groeiboekje bestudeerd, inclusief de plek in de marge die June dan in de grafieken had. Winkelde een stuk rustiger, zonder vreemde blikken. Overigens deelde Peter deze ervaring helemaal niet. Zijn gesprekken gingen meer zo:
– “Kijk, daar is de nieuwbakken vader! Even gluren hoor.”
– “Hoi! Ja, kijk maar even goed naar onze dame.”
– “Goed gedaan zeg! (?) Gaat ‘t wat? Hoe zijn de nachten?”
– “Tja, lang en wakker.”
– …(luid bevestigend gelach klinkt door de winkel).
…waarna ieder weer zijn eigen kant op gaat.
Maar goed, ik leerde de cijfers uit m’n hoofd ‘voor het geval dat’. Geen probleem. Tot het moment dat je weer eens naar het winkelcentrum gaat. In je eentje. En dan kom je erachter dat de babypraat toch nog een tikkeltje meer ongemakkelijk kan.
– “Hé, heeft Peter even lekker de oppas?”
– “Ehm, nee hoor. Alleen ons eigen kind is thuis.”
…
Toch even zien of er geen boek bestaat met etiquette voor sociale babypraat…
he karen het is voor ons wel 13 jaar gelden waar je het over heb maar het komt zo bekent voor. het is wel die aandacht maar soms denk je nu even niet. groetjes monique