M’n ouders waren de afgelopen weken op vakantie. Geen wereldschokkend nieuws, dat klopt. Ware het niet dat deze zin een verborgen betekenis heeft. Zal eerst even wat duidelijk stellen, voordat ik hier verder op inga: ‘echt heel fijn voor hen, zo’n lange vakantie’ (goed gezegd qua sociale wenselijkheid, toch? Keurig opgevoed door deze camperrijdende ouders. Die hier natuurlijk moeiteloos doorheen prikken. Wat sowieso ook niet heel moeilijk meer is nu ik het letterlijk heb uitgeschreven).
M’n ouders waren dus de afgelopen weken op vakantie. Anders vertaald: ‘een paar weken’ kwam neer op ‘een kleine maand’. En in plaats van ‘m’n ouders’ zie ik eigenlijk ‘Junes opvangvrijdag’ staan. Dat geeft dan de volgende conclusie: ‘Junes opvangvrijdag een kleine maand niet beschikbaar’. In september. Als de komkommertijd een inhaalslag maakt omdat alle andere mensen gewoon weer aan het werk zijn. Zoals dat gaat in Nederland, na acht weken zomerreces. Behalve bij mijn ouders. En hun hond.
Grootouders die zomaar hun eigen tijd invullen. De nachtmerrie van veel jonge ouders. En/of reden voor verhoogde hartslag, misschien zelfs lichte paniek. Kan ik inkomen. Want, hoe de extra opvang te regelen? Wie doet wat en wanneer met June? Gelukkig voor ons geen benauwdheid, want daar was…Junes opvangdonderdag. Ehm, haar andere oma en opa dus. Waarbij ik na deze laatste week niet vreemd op zou kijken als June mij ineens oma noemt en mijn schoonmoeder mama. Haha. Niet alleen brachten we June steeds twee dagen per week naar oma in plaats van één dag, ook mocht June tweemaal logeren. Uit oogpunt van rust voor haarzelf (eenmaal) en uitgaande ouders (andermaal). Daarnaast mocht (en mocht betekende hier hetzelfde als een dringend verzoek) opa een vrije dag opnemen toen oma toch echt een keer moest werken -betaald dan. Opa mocht ook June ophalen van het kinderdagverblijf toen mama op werkuitje naar Den Haag ging. En de avond daarna had oma het voorrecht om June na het oppassen thuis te brengen en samen te wachten op papa en mama. Terwijl ‘s middags ons avondeten al werd afgeleverd, speciaal vroeg gemaakt door…(tromgeroffel overbodig inmiddels, ga ik van uit? Ja toch?) wederom oma, zodat wij weer snel weg konden. Tel daarbij op een stuk of vijftig telefoontjes en what’sappjes waarin datums, tijden en opties passeerden, allemaal om onze dagen gesmeerd te laten verlopen. Ondertussen zwaaiden June en ik om de paar dagen via Skype naar zon, zee en strand. Oh ja, en naar opa en oma. En de hond.
Natuurlijk kun je bovenstaande lezen als ironisch. Klopt. Máár…ik weet ook zeker dat opa en oma dit echt zien als een voorrecht. Nee, niet zozeer dat deel van ons helpen met onze wens en noodzaak om te werken en andere leuke dingen te doen. Ik bedoel dat deel van een gezellige tijd met hun kleindochter. En dat is dan weer ons voorrecht, zulke opa’s en oma’s. Evengoed stuurde ik ze namens ons drieën vanzelfsprekend wel heel sociaal wenselijk een bedankje…
Overigens, moet gezegd: mijn ouders compenseerden hun afwezigheid met een ander, tijdelijk voorrecht – een auto. Waarmee ik lekker alle keren naar mijn schoonouders ben gereden.
jullie zijn bofkonten…