Tweezijdige inburgering: dat kost heel duur

Een vriend van ons heeft een meisje ontmoet in Kenia. In augustus gaan ze trouwen en hopelijk mag ze dan in december naar Nederland komen. Als alle nodige papieren in orde zijn. En natuurlijk moet ze de inburgeringscursus met succes voltooien. Dus is ze nu alvast begonnen met het leren van Nederlands. En kan ze straks beter dan wij vertellen uit welke leden ons Koninklijk Huis bestaat.

In de eerste gesprekken over zijn relatie maakten we wel eens een grapje. Afgezaagde opmerkingen over duo penotti. Of over regendansen (van het niveau ‘laat maar daar hoor, die buien’). Zo gaat dat nou eenmaal in onze vriendengroep. Maar de weken verstreken en de grapjes raakten op. Niet alleen omdat het flauw werd; vooral omdat we de hoeveelheid papierwerk op de tafel van onze vriend zagen groeien. Aan de andere kant slinkt zijn spaargeld met dezelfde snelheid. Nee, niet omdat alles naar Afrika wordt gestuurd. Elk benodigd papiertje van de Nederlandse overheid kost een bedrag met minimaal twee nullen erachter. Het aantal benodigde papieren is ook een getal met twee nullen.

Inmiddels zijn wij andersom net zo goed aan het inburgeren. Want ze doen geen dagelijkse regendans en ze spreekt geen kliktaal. Wel is ze lid van een stam, dezelfde als Obama (‘echt waar? Gaaf zeg!’). Haar ouders hebben een boerderij, die wordt onderhouden door haar moeder. Haar vader is extra als politieagent gaan werken om zijn kinderen naar school te laten gaan. Zijn dochter heeft marketing gestudeerd en spreekt Engels. Ze eten ‘gewoon eten’. Kopen melk in de winkel.
We leren ook dat er sprake is van een traditionele bruidsschat, aangepast aan de omstandigheden. Dus spaart onze vriend voor 5 tot 6 werkkoeien (‘ze is me veel meer waard, maar deze hele toestand kost al zoveel geld’). Over een paar weken vliegt hij -weer een hap uit het budget- naar zijn schoonvader om hem het bedrag te overhandigen. Normaal gesproken struint de toekomstige schoonzoon vier weken lang de veemarkten af met zijn schoonvader, maar dat is nu niet haalbaar. Daarom worden de aangeschafte koeien later nog officieel geïnspecteerd door onze vriend.

En dus haalden we een koeienspaarpot van zolder en stuurden een mailtje rond in onze vriendengroep. We visten envelopjes met geld uit onze brievenbus, stopten het geld in de spaarpot en schreven alle namen op een kaartje waar zes koeien op stonden. Op die kaart staat één koe wat verder weg dan de rest. Daar zetten we een grote pijl bij: één van de zes koeien geven wij. We willen wel een foto zien. En een Keniaans inburgeringsdiploma krijgen.

Deze blog is eerder gepubliceerd op www.publiekezaak.nl.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *