“Meid, een dochter. Leuk! En wat héérlijk, want je werkt natuurlijk thuis.”
De eerste keer dat ik dit hoorde, duurde het even voor ik begreep welk verband mijn gesprekspartner legde. Of eigenlijk probeerde te leggen. Nu heb ik enige jaren (tegen betaling van een berg collegegeld) niets anders gedaan dan oorzaak en gevolg en andere verbanden uittekenen op een studieblok, dus het eerste dat ik deed was harder nadenken. Tot het kwartje viel. En ik meteen snapte waarom het kwartje niet viel. Ik zie namelijk helemaal geen verband tussen het hebben van een kind, thuis werken en het vaak voorkomende idee dat June ‘dus lekker thuisblijft’ terwijl ik aan het werk ben. Hoeveel mensen nemen hun kind mee naar hun werk? Om daar de hele dag tussen de computerkabels, gereedschap of kledingrekken te spelen? Nog afgezien van het feit dat er van spelen de eerste tijd geen sprake is? En zou superhandig zijn ook, als ik een week heb met tien interviews (tip: zorg ervoor dat je nooit weken hebt met tien interviews), waaronder twee telefonisch en twee aan de andere kant van het land. Nog handiger is het als je die tien interviews die week erna allemaal uitgewerkt wilt hebben. Túúrlijk kun je thuis werken met je dochter erbij. Meestal slaapt June ‘s middags minimaal twee uur. In een week gezien zou dat een uur per interview zijn. Dat worden dan zeker topartikelen, helemaal als je in die twee uur ook nog -ik noem maar wat- een communicatiestrategie wilt uitwerken voor een klant. Of als je wat telefoontjes wilt plegen. Dan wordt June natuurlijk net wakker zodra die ander opneemt – dit heb ik overigens niet aan den lijve ondervonden, enkel en alleen omdat ik het niet eens ga gokken. Niet fijn voor mijn opdrachtgever (“sorry dat ik je onderbreek, mijn dochter schreeuwt moord en brand. Vervelend dat jullie brochure vandaag al af moet zijn. Bedoel je met vandaag voor middernacht? Kan ik anders vanavond even terugbellen?”), niet fijn voor June (ik bestempel mezelf graag als een redelijk relaxte moeder. Daar hoort “Ssst! Ik was aan het bellen! Hoe oud ben je nou?! Wil je soms dat mama haar klanten kwijtraakt?!” niet bij) en -niet onbelangrijk- niet fijn voor mij (als in verhoogde hartslag, kind dat van slag is en geen werk). En thuis werken met June zou helemaal ideaal zijn als een klant belt of ik die middag nog kan langskomen… Flexibiliteit is een service die ik met plezier bied aan mijn klanten. En ja, ik ben van mening dat kinderen ook heel flexibel zijn, maar om June nou haar broodje te ontzeggen omdat ik met spoed een concept moet nakijken…neuh, bedankt – wat dat betreft ben ik net een echte relaxte moeder.
June gaat dus op werkdagen gewoon naar het kinderdagverblijf en naar haar oma’s – ja echt, we zijn net een normaal gezin. Ik werk wel op mijn (=haar) vrije dag, maar dan alleen als June slaapt. Met de nadruk op ‘als’. En soms pleeg ik een niet al te complex telefoontje. Waarbij ik vaak per mail van tevoren aankondig dat de duur van het gesprek afhankelijk is van de stilte in de kamer naast mij, omdat het eigenlijk mijn (=haar) vrije dag is. Het is grappig als je dan een mailtje terugkrijgt: same here. Altijd leuk, herkenning. Kantoor aan huis – het is net een echte baan.