Als communicatieadviseur kun je sommige dingen niet vaak genoeg herhalen: een boodschap de wereld in sturen is op zichzelf géén communicatie. Pas als die boodschap aankomt bij een ontvanger (en dan het liefst de ontvanger die je ook voor ogen had) kom je in de richting van wat je communicatie zou kunnen noemen – je hebt er op z’n minst twee voor nodig. Veel basaler wordt het niet, maar voor wie dit alles nieuw is; graag gedaan.
Een zijsprongetje: nog voor er ooit maar sprake zou zijn van lockdowns, thuisonderwijs en online leesles kocht ik eens een scheurblokje met broodtrommelbriefjes. ‘Leuk om er af en toe eentje op hun broodjes te leggen, zeker nu ze allebei goed kunnen lezen’, dacht ik. Van de week koos ik voor allebei een briefje uit. De één kreeg een mop, de ander een gezellig compliment.
Die ene haalde ’s avonds -missie geslaagd- bij het eten de mop uit haar broodtrommeltje aan: “Pap, waarom vliegen vogels naar het zuiden?”…”Omdat het te ver is om te lopen. Te lópen, haha!”. Logischerwijs vroeg ik de ander naar zíjn briefje. “Een briefje, ohja. Die gooi ik altijd weg op school.” “Weggegooid? Je lege pakje chocomelk zit bij thuiskomst nog in je trommel maar dat briefje zit wel in de prullenbak? Maar goed, wat stond er nou op dan?”
“Mam, ik heb echt geen idee. Ik lees ze nooit.”
Tot zover de les communicatie. Over déze boodschap geen twijfel in elk geval. En basaler wordt het niet.