Aaah, daar is-tie dan eindelijk…onze nieuwe tafel. Bloed, zweet en tranen (niet door mij hoor, ik heb alleen op de fotoknop gedrukt), maar dan heb je ook wat. Mínstens 150 kilo, om preciezer te zijn. De ingrediënten: een paar zakken beton, honderden soorten schuurpapier, een loodzwaar gepoedercoat onderstel en geduld, heel veel geduld (ook niet per se door mij, ik heb alleen het gevloek en de overpeinzingen aangehoord en een paar rondjes gebeld voor honderden soorten schuurpapier). Met de minst zware helft van de tafel (het onderstel) kwamen drie man mee, met kers op de taart (het blad) zes man – en op één na vertrokken ze ook weer netjes, hoor.
Nou zijn er misschien bij die denken ‘oh god, ze had weer een idee waar deze keer een half voetbalelftal voor moest komen opdraven’, maar niets is minder waar. Want ja, ik had een idee, maar ik heb nooit hardop om de complete tafel gevraagd. Sterker nog, ik vroeg in eerste instantie alleen om een houten onderstel waar dan een besteld, kant-en-klaar betonnen blad op kon komen. Op zich blij toe, want dat maakte dat ik me wel heel dankbaar voelde toen ik hartje zomer een kijkje nam in een werkplaats waar al zwetend betondinges werd gezeefd (“of niet doen?”, “wel doen?”, “of een beetje grof?”…(…gevloek)), maar niet zo heel schuldig.
En nu staat -ie-, bijna helemaal af, cool te staan in de kamer. Cool omdat -ie- mooi is, cool omdat beton nou eenmaal koel is. Maar het coolst is natuurlijk de totstandkoming ervan. Met liefde gemaakt – misschien voor mij, misschien voor elkaar, maar in elk geval met liefde voor aanklooien met resultaat. Want als er dan toch gezweet en gevloekt moet worden, kun je dat het beste samen doen. Om de afdeling met goede verhalen aan te vullen, om later nog eens over na te praten, en vooral ook om alle pijnpunten nog eens door te nemen (“Voor de volgende keer (…) Hahahaha.”) Met een borrel erbij. Aan tafel. Met elkaar.
Mooiere tafels zijn er niet.