Een vriend van ons heeft een meisje ontmoet in Kenia. In augustus gaan ze trouwen en hopelijk mag ze dan in december naar Nederland komen. Als alle nodige papieren in orde zijn. En natuurlijk moet ze de inburgeringscursus met succes voltooien. Dus is ze nu alvast begonnen met het leren van Nederlands. En kan ze straks beter dan wij vertellen uit welke leden ons Koninklijk Huis bestaat.
Van die dingen
Serieus doen
Zondagmiddag 16.00 uur. Samen met mijn drie buurjongens van 7, 9 en 11 jaar oud stap ik in de auto om voetbal te kijken bij Peter (mijn vriend/hun buurman). Al rijdende begint de jongste een verrassend gesprek met ietwat filosofische insteek, al zal hij zich daar zelf niet zo bewust van zijn geweest.
“Doet u altijd serieus?”, vraagt het jongste blonde mannetje terwijl hij mij via de achteruitkijkspiegel aankijkt. Lastige vraag, vooral omdat ik me ondertussen afvraag of hij nou wel of niet ‘u’ moet blijven zeggen van mij; we schelen tenslotte toch bijna 20 jaar.
Wereldvreemd?
Al tien jaar (sinds ik naar de hogeschool ging) verdedig ik al dan niet op eigen initiatief mijn afkomst. Nee, ik ben niet Surinaams, Turks, Afrikaans of anderszins voorzien van exotische genen. Maar voor veel stedelingen ben ik, hoewel zo Nederlands als maar kan, toch een soort van -daar komt het woord- allochtoon.