Vanmiddag vertrekken we net als vorig jaar met een goed gevulde bus richting de Vrienden van Amstel. Waarvan de naam zou betekenen dat de artiesten die optreden de zogenaamde ‘Vrienden’ zijn, maar in feite zijn het de bezoekers die zo’n avond nogal close met Amstel doorbrengen – zeker als ze uit de Kop van Noord-Holland komen. Nou was ik vorig jaar tijdens het feestje vooral dik met cola, want zwanger – en dan bedoel ik dus dik als in bevriend, want qua kilo’s viel het reuze mee. Toen in elk geval.
Als iets een jaar geleden is, leidt dat vaak tot een natuurlijk moment van (zelf)reflectie. Bij deze. Een zwangere versie van mezelf bleek namelijk een mooie aanleiding om het verschil in sociale interactie waar te nemen tussen 1) mensen die mij al lang(er) kennen, ook op feestjes en 2) mensen die mij minder lang kennen en tot dan toe weinig ervaring met mij hebben op feestjes. Waarbij ik misschien ter informatie kan meegeven dat ik zelfs mét alcohol zonder problemen de halve avond op mezelf kan staan, zónder clowneske glimlach en slechts met één voet meebewegend op de muziek en het dan toch -echt waar- prima naar m’n heb. Aldus bekend bij insiders. Ook bekend bij insiders: een zwangere Karen (lees: nuchter) gedijt goed zonder al te veel nadruk op het nuchter zijn. Of zonder al te veel bijzondere aandacht in het algemeen. En dus beperkte de eerste groep zich vorig jaar voornamelijk tot uitspraken als: “Zal ik wat drinken voor je halen?” en “heb je nog geen pijn in je rug?” om vervolgens na het antwoord (“Ja wel”. “Oké, niks aan te doen hè.”) drie meter verderop weer breed lachend en springend te gaan dansen. Alwaar sommige anderen het anders aanpakten – groep twee, zeg maar. Die onder andere om de drie minuten bij wijze van troost (en na gevolg van rijkelijk vloeiende Amstel) armen om me heen legden, handen op m’n buik plantten en dingen riepen als “vind je het nou niet vervelend dat jij hier als enige nuchter staat?” en “Nou, jouw Peter heeft ‘m al flink zitten hè? Daar ben je dan mooi klaar mee.” (Wat twaalf minuten na binnenkomst toch gewoon echt niet waar was). En als je dat dan een stuk of tien keer hoort (van verschillende mensen hè, dat wel), dan wordt het toch een beetje een Pavlov-reactie. Ja, ik had het prima naar m’n zin. Maar nu ik er tussen elk liedje door zo’n beetje op gewezen word, ga ik me hoe langer hoe meer afvragen of ik het eigenlijk nog wel leuk heb. Gelukkig voor ons allemaal dat het verschil tussen wel of niet bij mij lang niet altijd zichtbaar is. En dat ik natuurlijk echt wel weet dat ik mij in goed, belangstellend en zorgzaam gezelschap bevindt. En dat het dit jaar de tweede keer is zodat groep 2 automatisch wat meer richting groep 1 schuift. En ik me vanmiddag, in tegenstelling tot vorig jaar, natuurlijk gewoon weer kan melden als goede vriendin van Amstel. Niet schrikken dus als ik allebei m’n voeten van de vloer laat gaan. Jullie zijn gewaarschuwd.
p.s. Overigens kregen we (ik laat voor het gemak maar even in het midden wie) het vorig jaar ook nuchter gewoon voor elkaar om mij bijna m’n shirt uit te laten trekken (waarna er zo’n bolletje-met-buikband zichtbaar werd). Nu er alcohol in zicht is misschien toch maar een extra hemdje aandoen. En riem om m’n broek niet vergeten, bij wijze van extra veiligheid.
p.s. II Overigens leidt zo’n avondje-tijdens-zwangerschap ook tot analyse op een heel ander vlak: daadwerkelijk eens naar liedteksten luisteren. Het resultaat staat op Aarons geboortekaartje. Toch mooi meegenomen.