Campingliefdes

In de categorie ‘lang gewacht, stil gezwegen, nooit gedacht, toch gekregen’: een heuse campingvakantie dit jaar – sommige leden van ons gezin waren voorheen niet zo kampeerdersgezind. Niet dat we nooit eerder in een tent geslapen hadden op iets dat een camping wordt genoemd…maar op een of andere manier lijken festivalcampings en familiecampings gewoon niet zo op elkaar. Al was het maar omdat de kans op braaksel van een vreemde voor de ingang van je tent een stuk kleiner is op een familiecamping. Sterker nog, zelfs de kans om in je eigen braaksel te stappen is stukken kleiner. Bovendien kun je de toiletten gewoon doortrekken, komt er warm water uit een kraan waar geen tig haren aan vastplakken en struikelt er niemand over je zorgvuldig geslagen tentharingen (die je nog moest kopen bij de festivalingang, want bier meenemen had meer prioriteit) bovenop je tent. Die toch al niet al te best stond. En dat je dan al liggend op je leeggelopen luchtbed ook nog de schuld krijgt van die valpartij met opmerkingen als “wie zet hier nou zomaar een tent neer, ze wéten toch dat ik hier loop”…Waarna je klaarwakker bent en niets anders kunt doen dan luisteren naar de met liters drank aangezwengeFoto Lowlands 2lde antwoorden op de Grote Vragen Des Levens (en dat is nog de beste variant qua geluid van je buren) die worden geformuleerd in de tent die slechts tien centimeter van de jouwe staat. Vastgezet met -inderdaad- jouw haringen, want je buren hadden dezelfde prioriteiten qua bier.

In elk geval, Peter versprak zich toen we over de vakantie overlegden en ik meende ineens iets als “anders boek je toch een camping” te horen. Tegen de tijd dat hij zich realiseerde wat hij hardop had uitgesproken en bedacht hoe dit te kunnen herstellen, was de tent reeds geboekt. Inmiddels zijn we een paar dagen thuis en is -ie- zelf al aan het zoeken naar een camping voor volgend jaar…need I say more? Zo’n camping heeft gewoon veel goede kenmerken. June had de tijd van haar leven, want hoe meer zielen, hoe meer vreugd – zij het soms op veilige afstand. Peter had het top, want leven in de brouwerij. Ikzelf had ook weinig te klagen, behalve dan dat ik in vier dagen al twee (!) boeken uitgelezen had. En ik dus geen nieuw boek meer had, want laten we eerlijk zijn: wie verwacht er meteen veel te kunnen lezen tijdens een jonge-gezinnen-kampeervakantie? Naast zwemmen, wandelen, fietsen, stedentripjes, pretparken, foto collageterrasjes, restaurants en dierenweides, bedoel ik dan. En een potje flessenvoetbal voor de mannen natuurlijk. Vervolgens strijken de papa’s anno 2013 wel meteen even neer voor een rondje voetbalupdates op hun tablet, maar dat mag.

 

Al met al een geslaagde vakantie dus. Blijft over -aangezien deze blog eigenlijk moet slaan op het thema ‘werk en moederschap’ (voor publicatie op www.fourmonths.nl)- de link met werk in dit verhaal. Die is er niet. Ik heb namelijk niet gewerkt tijdens deze vakantie. Ik herhaal: niet gewerkt. Geen moment. Het.Kan.Dus.Echt.

P.s. Hoewel niet iedereen het zich kan voorstellen na bovenstaande beschrijving, zijn beide soorten campings me -op het braaksel na- echt nog steeds even lief. Bij voorkeur ga ik voor volgend jaar dus niet alleen op zoek naar een familiecamping. Zijn er opa’s en oma’s die meelezen ;)?

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *