Met het oog op eventuele gezinsuitbreiding en mijn principe dat ik op dezelfde verdieping als mijn kinderen wil slapen, kwamen Peter en ik een paar maanden geleden op de gedachte de werkkamer dan naar zolder te verhuizen. In de toekomst. Geen haast. Zoveel werk zou het niet zijn. Dus hup naar boven, zien hoe we de ruimte konden indelen. Nee, een dakkapel was niet nodig, twee grote dakramen moesten zeker wel volstaan. Na een paar minuten hardop denken, waren we er wel uit. Er is een dakkapel nodig. Tegen zo’n donkere winter als afgelopen jaar kan geen dakraam op. Oriënteren op een bouwbedrijf dus. Hier en daar, zo nu en dan.
Totdat Peter een paar weken geleden thuis kwam met mooi nieuws. Volgend schooljaar neemt hij op maandag ouderschapsverlof op. Na vier studies, waarvan drie naast zijn werk, twee keer een nieuwe functie en het leven thuis niet te vergeten, krijgt hij nu een welverdiende ‘papadag’ (en ja, de haakjes staan hier voor ironie. Ik vind het een -op z’n zachtst gezegd- een nogal stomme term. Net zo stom als een eventuele ‘mamadag’. Want wat ben je dan die andere zes dagen van de week?). Anyway, per half augustus gaat June dus een dag minder naar het kinderdagverblijf. Leuk voor Peter, leuk voor June.
“En leuk voor mij ook”, zei ik. Want de maandag tussen vijf en zeven is niet mijn meest favoriete deel van de week. Peter komt vaak rond half zeven thuis, en June gaat het liefst om half zes naar bed. Op zich niet zo erg, behalve dat ze pas om vijf uur bij het kinderdagverblijf vandaan komt. Gelukkig kan ik altijd rekenen op de goede gesprekken tussen Tommie en Ieniemienie terwijl ik kook en in gedachten June in bad doe (en daar blijft het ook altijd bij op maandag). Met z’n drieën thuis wordt het zonder meer mogelijk om ook met z’n drieën tegelijk te eten, in plaats van in drie rondes. Maar terwijl ik samenvattend “leuk voor ons allemaal” zei, bedacht ik: die dakkapel moet er NU komen. Als middel om te reorganiseren. Want hoewel je zou kunnen stellen dat de afstand tussen werkkamer en woonkamer net zo groot is als je ‘m zelf maakt, is die in de praktijk toch vaak korter dan langer. Vooral ook omdat de werkkamer aan Junes kamer grenst. En ik mezelf op zich redelijk goed kan richten op m’n werk, maar bij -bijvoorbeeld- het in het Engels schrijven van toespraken voor de herdenking van Tsjechische soldaten lijkt dit toch wat lastiger met een dochter gierend van het lachen op de achtergrond (het bleek namelijk al lastig zonder familiaire afleiding). Laat staan de momenten dat ze niet lacht maar huilt. En aangezien die momenten nauwelijks voorkomen, ga je toch maar even beneden kijken – zelfs al doet Peter er alles aan om het zo gescheiden mogelijk te houden.
Mooi vooruitzicht dus, een dakkapel. Kan ik twee verdiepingen hoger in alle rust mijn werk doen. Ook in de vakanties (en dat zijn er nogal wat hè, met zo’n partner in het onderwijs). In afwachting van mijn nieuwe werkplek begin ik volgende week aan een leuke, nieuwe klus: een vernieuwde website voor een dakkapellenbedrijf. Eens zien wie er eerder klaar is…