– “Goedemiddag, u spreekt met Esther en ik bel namens ons juridisch adviesbureau. Er is een subsidiepot van twee miljoen blijven liggen bij de overheid en dat geld mag nog worden verdeeld onder bedrijven. Dus ook onder u. Want u heeft een bedrijf. Wij kunnen u helpen subsidie te krijgen. Van dat bedrag dat is blijven liggen. Mag ik u een vraag stellen? Heeft u de mogelijkheden van subsidie voor uw onderneming weleens onderzocht?”
– “Wat bedoelt u precies?”
– “Of u de mogelijkheden van subsidie voor uw onderneming weleens heeft onderzocht.”
– “Ik versta u wel goed, ik vraag alleen of u uw vraag wat kunt specificeren?”
(luide zucht klinkt aan andere kant van de lijn)
– “Specificeren? Het gaat gewoon om subsidiegeld. U weet toch wat subsidies zijn? Er is een pot van twee miljard euro over en dat mag nog worden verdeeld. Heeft u de mogelijkheden van subsidies voor uw onderneming weleens onderzocht?”
– “Twee miljard? U noemde net twee miljoen, maar dat heb ik misschie…”
-“Helemaal niet!”
– “Prima. Dan heb ik het verkeerd gehoord. Ik heb alleen nog steeds geen idee op wat voor soort subsidies u doelt. Ik weet inmiddels wel dat ik geen behoefte heb aan jullie advies hierover.”
– “Mag ik vragen waarom niet?”
– “Omdat ik er geen behoefte aan heb.”
– “Jahaa, dat hoor ik u nu al twee keer zeggen, ja. En wat is daar dan wel de reden van?”
…
(Begin wel te begrijpen waarom die pot nog zo vol zit).