Naast alle mooie verjaardagscadeautjes kreeg ik dit jaar ook weer een vrolijk kaartje van het RIVM, met de uitnodiging voor een uitstrijkje. Prima, doen we. Met eerst even een gesprekje, natuurlijk.
“Kom binnen. Vertel eens, hoe gáát het met u?”
“Goed, dank u.”
“U bent hier voor het bevolkingsonderzoek?”
“Klopt.”
“Gebruikt u anticonceptie?”
“U bedoelt hormonaal? Nee.”
…
Stilte. Ze tuurt naar het scherm.
“Oké. Wilt u misschien…een beebie?”
Biedt ze me nou een baby aan? Want ik zag niets liggen op of bij de balie of de wachtkamer en als ik met een schuin oog onder het bureau kijk zie ik ook niet iets wat op een baby lijkt.
“Eh, nou nee, niet per se.”
…
Moet ik nu iets zeggen? Zijn de vragen op? Heeft ze niet zo’n stroomdiagram te volgen? Hoewel de stilte niet ongemakkelijk is, wordt er toch een reactie verwacht. Denk ik.
“Heb ik wel gebruikt hoor, verschillende soorten. Maar na een lange lijst van vage klachten en gedoe, onder andere rondom mijn migraine en na een longontsteking, ben ik ermee gestopt. Klachten verdwenen als sneeuw voor de zon en ik voel me voor nu goed.”
Stilte.
Ze wil meer. Maar wat?
Ah, daar komt het.
“En ehm, is uw eh, man daar ook mee akkoord?”
“Met die geen baby’s? Nee. Ooooh, dat bedoelt u niet. Nou ja, mijn man heeft er op zich weinig mee te maken behalve dan dat het hebben van een partner met migraine en tal van vage klachten van zichzelf al een anticonceptie-werking heeft. Dus als u bedoelt of hij het ermee eens is dat ík geen hormonale anticonceptie gebruik zou ik zeggen dat híj daar verder weinig over te zeggen heeft, maar we hebben er inderdaad wel over gesproken, ja.”
Weer stil.
“Oké, ja. Ach, en laten we wel wezen, wie heeft er tegenwoordig nog tijd voor seks? Als jong gezin, hè.”
Ze kijkt nu van het beeldscherm naar mij. Is dit een vraag? Van haar aan mij? Of aan de samenleving? Of projectie van eigen ervaringen? Of probeert ze me nu te koppelen aan een beeld van overwerkte dertigers die zo nodig van alles willen met werk en kinderen en uitgaan en huizen kopen en sporten en maatschappelijk werk en daardoor veel te druk zijn om seks te hebben? En sinds wanneer spreekt een huisarts eigenlijk over ‘seks’ in plaats van over ‘gemeenschap’?
Hoewel ik weet dat dit alles vooral mijn eigen interpretatie is, moet ik ergens heel hard de neiging onderdrukken om haar te laten weten dat we (en hier bedoel ík dus níet ‘dertigers in het algemeen’) daar heus wel tijd voor hebben en zélfs dat ik het idee heb dat we allebei redelijk oké zijn met hoe en wat, maar ik zit hier niet in een of ander relatie-examen en ik hóef geen verantwoording af te leggen en zo bedoelt zij het ongetwijfeld ook niet want ik ben echt fan van deze huisarts en ik vind het top dat alle thema’s op tafel gelegd worden want van mij mag je alles weten en het is haar werk maar ondertussen is het nog steeds stil en je moet wat.
In die milliseconden flitst ook nog de opmerking “ik weet natuurlijk niet zeker hoe vaak híj precies seks heeft maar ik ga er maar vanuit dat het evenveel is als ik hahaha” maar dat zou wellicht als grap ook niet fantastisch overkomen nu en dus zeg ik geloof ik:
“Nou, haha, dat lukt op zich prima hoor volgens mij.”
WTF?! Is dat mijn stem?
Ik mompel er nog iets achteraan van ‘dat ik natuurlijk niet voor hem kan praten maar we zijn tenslotte al bijna twintig jaar samen, of pas, net hoe je het bekijkt of zoiets en nou ja’ en dan maakt ze aanstalten om de benodigde instrumenten klaar te leggen, wat ik maar zie als een moment dat ik geoorloofd kan stoppen met mompelen of was ik al gestopt eigenlijk met praten of wat?
Het voordeel is dat je na zo’n gesprek in elk geval totaal zonder moeite op de behandeltafel springt.
PS Mét sokken aan. Daar gaat Peter namelijk écht niet mee akkoord, zo goed als naakt liggen met sokken aan. Over een goed anticonceptiemiddel gesproken.