Moederdag. Een dag die er vóór het ouderschap de laatste jaren ongeveer uitzag als: opstaan ruim na acht uur, al dan niet met een paracetamol om de schade van de avond ervoor weg te werken. Of te beperken. Of daar tenminste even hoop op te hebben. Rond de middag (of ruim daarna) schuiven we richting moeder nummer één. We geven een kleinigheidje, drinken koffie en vertrekken dan richting moeder nummer twee. Wederom een kleinigheidje, nog één kopje koffie en ruim na vier uur durf je dan wel weer een drankje te nemen. Of niet, maar je doet het toch, met naast je een lachende schoonvader. Ja, op de cadeautjes na was Moederdag eigenlijk een zondag als alle andere.
Moederdag 2012. Een dag die er in het korte bestaan als ouders (toen zo’n zes maanden) ineens heel anders uit zag. Of liever gezegd, deels heel anders. Andere delen bleven hetzelfde. Tenminste, hier in huis. Want nee, June heeft nog geen enkel idee. En nee, het ontbijt is niet eigenhandig door je dochter in elkaar gezet. Maar Moederdag is nu eenmaal Moederdag, “ook voor moeders van baby’s”, aldus Peter. Met een ontbijt op bed. Geen brunch of lunch, gewoon een ouderwets ontbijt. Als in: ruim vóór de middag. Helaas voor Peter was de zaterdagavond ook gewoon zaterdagavond. En June was uit logeren, waardoor we geen klok mee hadden. Dat wil zeggen: we hoefden niet voor haar op te staan om een bepaalde tijd. Maar al was er geen dochter in huis die vroeg wakker werd, de wekker ging gewoon om half acht. Ik mompelde nog zoiets als ‘Joh, laat toch…’. Had geen nut. Na een paar keer diep zuchten stapte Peter kordaat zijn bed uit en drie (!) minuten later hoorde ik de auto starten. Vijfentwintig minuten later kwamen vader en dochter weer binnen en nog eens tien minuten later zat ik half rechtop in bed met half dichtgeknepen ogen. En kreeg ik twee cadeaus (waarvan eentje prachtig zelfgemaakt. Ja echt. Nee, er was niet geholpen door de juf. Nee, echt waar niet) en een lachend kind op schoot. “Een kopje thee voor Moederdag. Ik had ook nog champagne maar ik dacht, die kunnen we beter even overslaan. Aspirientje erbij?”