Ik ben alleen.
Oké, met de kinderen dan.
Het zat er al een tijdje aan te komen. Uiteindelijk is -ie- zondag gewoon vertrokken tijdens een weekendje weg. Met toestemming van m’n moeder zelfs.
Dus rommel ik zelf door de dagen heen. Overdag niet zo moeilijk met kinderen, werk, boodschappen, weer kinderen, koken en eten. Maar dan de avond, hè. Het is toch een soort kans en uitdaging om jezelf opnieuw uit te vinden. Wat doe je in godsnaam als je na zestien jaar ineens avonden achter elkaar alleen bent? Huilen in een hoekje? Digitaal gezelschap zoeken? Combinatie hiervan?
Nou, daar was ik snel uit: Snoepzakjes maken. Recepten inplakken. Werken. Avondje uit. Opruimen. Traktaties zoeken. Schrijven. Foto’s uitzoeken. Televisie kijken. Sint-inkopen doen. Aan m’n letterproject werken. IJs eten. In bad zitten. Wassen. What’s Appen. Tijd tekort. Echt? Ja, echt. En nog echter: DAT DEED IK ALTIJD ALLEMAAL AL. Lekker bezig dus.
Nee, dat is niet zo moeilijk. Ik kom er echt prima doorheen. Behalve bij het slapengaan dan. Dat gaat echt niet zonder sokken.
Maar ondanks die bevroren voeten heb ik natuurlijk makkelijk praten.
Heeft maar één reden (denk: emoticon feesthoed met serpentine):
Hij komt vanavond gewoon weer terug.
p.s. En met dit hier in de buurt heb ik natuurlijk sowieso makkelijk praten!