Broodje pindakaas

Deze maand vijf jaar geleden schreef ik mezelf bij de Kamer van Koophandel in als zelfstandige. ’s Avonds proostten we op de officiële start van ZINNIGS tekst en communicatie. De eerste mijlpaal was toen allang bereikt. Het kostte namelijk een half jaar, drie woordenboeken, tientallen websites en veel, heel veel krabbels om tot de naam te komen…en dan moest het eigenlijke werk nog beginnen.

Weg van de snelweg

In het kader van ‘je moet jezelf blijven uitdagen’, ‘stap over drempels heen en groei’ en meer van dat soort spanningopwekkende uitspraken heb ik laatst weer eens een stuk over de snelweg gereden. Gewoon, in mijn eentje. Ik werd niet gedwongen en ik had ook geen medepassagier mee ter begeleiding. Een uitdaging, want ik ben helemaal geen snelwegrijdster. Of eigenlijk ben ik op zich wel een snelwegrijdster, maar geen invoegster. En ja, heus wel een vrouw van de wereld. Alleen geen vrouw van de snelweg. Je kracht zit ‘m in het kennen van je eigen zwaktes, toch? Die ik vervolgens alleen erg slecht kan accepteren – maar ach, kleinigheidjes hou je.

Gewóón subsidie

– “Goedemiddag, u spreekt met Esther en ik bel namens ons juridisch adviesbureau. Er is een subsidiepot van twee miljoen blijven liggen bij de overheid en dat geld mag nog worden verdeeld onder bedrijven. Dus ook onder u. Want u heeft een bedrijf. Wij kunnen u helpen subsidie te krijgen. Van dat bedrag dat is blijven liggen. Mag ik u een vraag stellen? Heeft u de mogelijkheden van subsidie voor uw onderneming weleens onderzocht?”

Prachtdag

Blue monday. Dat was afgelopen maandag. Naar het schijnt de meest deprimerende dag van het jaar. Niets van gemerkt. Daarentegen gaat dinsdag 22 januari de boeken in als black tuesday.

Pap(a)fles

Huize Smit, vrijdagavond, een uur of zes.
Ik maak aanstalten om met mijn moeder naar de koopavond te gaan. We hebben net gegeten en June krijgt rond zeven uur nog een fles met pap voor de nacht.
– “Ik ga zo met mijn moeder mee hè.”
– “Ja, prima hoor.”

Babyblabla

Eerst waren daar dus de ongeschreven regels voor jonge gezinnen binnenshuis. Toen kwamen we erachter dat er ook een hele lijst aan wenselijk gedrag bestaat voor het-gezin-buiten-de-deur. Al doende leert men, zullen we maar zeggen.

Stel je voor: je baby is een paar weken oud. Drinkt goed, slaapt goed (naar babymaatstaven dan) en is wakker goedgemutst. Wat wil je nog meer, niets toch? Fout. Een kersverse moeder hoort namelijk goed in de statistieken te zitten, zeker als je naar de supermarkt wilt met je kleintje. Tussen de aardappelen en de uien in duikt er altijd wel een bekend gezicht kinderwagen in. Even de nieuwe medemens bewonderen. Er volgt een belangstellend praatje over gebroken nachten, de tijd die voorbij vliegt en of je kind ‘het goed doet’. Tot zover kon ik me dit alles wel voorstellen. Maar er is meer, zo bleek na een paar keer boodschappen doen.

Scherpe aanbieding

– Goedemorgen, ZINNIGS tekst en communicatie. U spreekt met Karen.
– Goedemorgen, mijn naam is Jochem van telecombedrijf NPK. Ik ben op zoek naar de eigenaar van ZINNIGS tekst en communicatie.
– Daar spreekt u mee.
– Oh, dat is toevallig zeg!
– Niet helemaal meneer, dit is een eenmanszaak.
– Ehm ja, dat is bekend. We bellen namelijk alleen ZZP’ers met deze mooie aanbieding waar ik u graag meer over vertel.

Buurtjes

Zoals voor je schoonfamilie geldt als je een partner tegenkomt, geldt bij het kopen van een huis dat de buurt een gegeven is: je weet nooit wat je krijgt. Hoewel sommigen dit vast anders ervaren, want er schijnen mensen te zijn die hun buurman of buurvrouw niet kennen. Of zelfs niet eens weten hoe die persoon eruit ziet. Of hoe ze eruit zien, want misschien wonen er meer mensen naast ze? Dat gaat er bij mij niet helemaal in. En kom nu niet meteen met grapjes in de vorm van dat het kennen van je buren in een plattelandsgemeente meer noodzakelijk is dan in de stad omdat we niet allemaal een auto/internet/kabeltelevisie hebben (haha, ja die kennen we al).

Bijzonder Onaangename Ambtenaar…of niet?

Sinds een paar dagen hangt er een gespannen sfeer in ons dorp. Mensen lopen elkaar schichtig voorbij en lopen zo snel mogelijk van A naar B. Hier en daar wordt nog wel kort een praatje gemaakt, maar ondertussen kijkt men alert om zich heen. Voorbijgangers waarschuwen elkaar op gedempte toon: “Pas op, er loopt een boa rond”… Het duurde even voordat ik begreep wat er aan de hand was. Noem het naïef, dom of onwetendheid (of een combinatie hiervan), maar ik had eerder geen idee dat de letters boa staan voor buitengewoon opsporingsambtenaar. En dat ik blijkbaar de enige ben die deze belangrijke informatie had gemist. En dat ik blijkbaar mijn doen en laten het beste per direct kon aanpassen naar ‘boa-alert’. Inmiddels heb ik snel bijgeleerd.

Thuiszorg(en)

Een paar jaar geleden had ik een bijbaan als huishoudelijke hulp in de thuiszorg. Leuk werk met korte roosters, dus voldoende tijd over om vakantie te vieren. Op een paar uitzonderingen na waren het vooral oudere mensen bij wie ik wekelijks een dagdeel de keukenkastjes uitsopte, de vloer dweilde en het stof afnam van het Chinees porselein. Je kunt je voorstellen: waardevol werk, bij hulpbehoevende ouderen die blij de deur voor je opendoen en uitzien naar een gezellige ochtend met een fijn schoon huis. Hoewel, dat gold niet voor alle oude besjes.